Stream music and podcasts FREE on Amazon Music. No credit card required.Listen free 1Aenmerct doch mijn geclach
2Adieu schoon bloemken, reyn akeleye
3Bistu een crijgher of bistu een boer ?
4Den dach en wil niet verborghen zijn
5De lustelijcke mey is nu in sijnen tijt
6Den lustelijcken mey is nu in sijnen tijt
7Den winter is een onweert gast
8Eylaes, ic arm allendich wijf
9Een ridder ende een meysken jonck
10Hoe coemt dat bi, scoon lief, laet mi dat weten
11Het was een aerdt-, een aerdich medecijn
12Het is goet vrede in alle Duytsce landen
13Het soude een fier margrietelij
14Het viel eens hemels douwe
15Het voer een visscher visschen
16Het is gheleden jaer ende dach
17Hout al aen, laet ons vrolic springen
18Ic stont op hoogen bergen
19In mijnen sin hadde ick vercoren
2021Ic hadde een gestadich minneken
22Lof toeverlaet Maria, sonder sneven
23Met luste willen wi singhen
24Mijn here van Mallegem die quam gereden
252627O Venus’ bandt, o vierich brandt
2829Och regenboge, waerop stelt die jonghe helt zijn sinnen
30Om een die liefste, die ic beminne
31Rijck God, hoe mach dat wesen
32Rijc God, wie sal ic clagen
3334Verblijt u, ic sal u singhen voren
35Wie wilt hooren en goet nieu liet, wat te Haerlem
36Wie was dieghene die die looverkens brac
℗© 2004 Globe